Toelichting mutatie-overzicht

Toelichting A: Verwerking jaarrekening
Onderdeel van de integrale afweging bij de Voorjaarsnota 2019 betreft het bestemmen van middelen waarvoor in 2018 of eerder wel juridische verplichtingen zijn aangegaan of bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, maar die nog niet tot uitvoering zijn gebracht.
Het rekeningresultaat 2018 is € 12,9 mln. In totaal is bij de Jaarrekening 2018 € 13,3 mln als beklemd beschouwd. Beklemming geldt voor de decentralisatie-uitkeringen uit de September– en Decemberciculaire en het gesloten systeem voor groen conform het Hoofdlijnenakkoord.
Bij de Voorjaarsnota 2019 wordt op deze middelen weer een beroep gedaan. Per saldo wordt er vanuit de jaarrekening een bedrag van € 0,2 mln onttrokken uit de financiële ruimte. Vanuit het gesloten systeem voor mobiliteit wordt bij de voorjaarsnota € 2 mln toegevoegd aan de financiële ruimte. Zie hiervoor C5.

Toelichting B: Voorjaarsnota, exogene ontwikkelingen
B1 + B2: Ontwikkelingen Motorrijtuigenbelasting (MRB)
Elk jaar is een stijging waarneembaar van het aantal belastingplichtige auto’s binnen de provincie. Ten aanzien van de Begroting 2019 is op basis van cijfers van de Belastingdienst wederom een groei aan inkomsten tot 2023 te verwachten. In de berekening wordt ook rekening gehouden met de vrijstelling voor elektrisch vervoer.

De provincie Zuid-Holland hanteert bij de raming van de inkomsten een opcenten-tarief dat ruim onder het wettelijk maximum van 111 opcenten ligt.

Het voordeel tot 2023 wordt teniet gedaan door de vorming van de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden. Dit zorgt voor een structureel nadeel van € 3,6 mln per jaar.

Grafisch kunnen de effecten als volgt weergegeven worden:

De rode lijn zijn de verwachtte inkomsten op basis van de Begroting 2019 en de groei van het wagenpark en het hogere tarief na 2020.

De groene lijn laat de verwachte inkomsten zien van de rode lijn minus de gevolgen van de samenvoeging van Vijfheerenlanden.

De paarse lijn laat de verwachtte inkomsten zien na de inkomstenderving uit elektrisch vervoer en is het niveau van de verwachtte inkomsten in de Voorjaarsnota 2019.

B3: Dividenduitkering BNG
De dividenduitkering van de BNG zal in 2019 naar verwachting € 0,8 mln hoger uitkomen dan eerder geraamd. Tevens wordt voor de jaren 2020 en volgende een structureel hogere baat van € 0,5 mln verwacht.

B4: Ontwikkeling werkgeverslasten
Op 28 februari 2019 is een onderhandelaarsakkoord bereikt over de cao 2019 – 2020. De uitwerking van dit akkoord is in de Voorjaarsnota 2019 verwerkt, evenals de effecten van de mutaties in de sociale – en pensioenpremies. Dit leidt tot een toename van de loonkosten in 2019 met € 3,5 mln. Met de Begroting 2019 was reeds rekening gehouden met een stijging van de sociale- en pensioenpremies. Hiertoe was een bedrag van € 1,2 mln opgenomen. Met deze voorjaarsnota wordt nu ook de stijging van de cao verwerkt. Het additionele bedrag van € 2,3 mln wordt gedekt vanuit de algemene middelen.

B5: Wijzigingen a.g.v. notitie BBV
Naar aanleiding van de notitie structurele en incidentele baten en lasten van de commissie BBV is getoetst of de kwalificatie van budgetten als structureel of incidenteel juist waren. Uit het onderzoek bleken een aantal budgetten onterecht als structureel of incidenteel te zijn gekwalificeerd. Met deze mutatie worden deze budgetten goed gezet.

B6, B7 en B8: Effecten vorming Vijfheerenlanden
Door de vorming van de gemeente Vijfheerenlanden doen zich naast het effect op de MRB (zie B1) nog een aantal effecten voor die bij de Voorjaarsnota 2019 verwerkt worden conform het advies van commissie Janssen:

  • Het effect op het provinciefonds is € 1,9 mln structureel nadelig.
  • Ontvlechtingskosten voor gemeenschappelijke regelingen € 2 mln incidenteel nadelig.
  • Structurele afbouw lasten € 5,5 mln.

B9: Kapitaallasten
De kapitaallasten bestaan uit de rentelasten en de afschrijvingslasten.

De rentelasten vallen lager uit, omdat de verwachtte langlopende lening later wordt aangetrokken dan in de Begroting 2019 is opgenomen, omdat het eerste liquiditeitstekort wordt opgevangen met kortlopende leningen en daarom nog geen aanvullende langlopende lening hoeft te worden afgesloten. Daarnaast is er sprake van een negatieve rente op kortlopende geldleningen en “levert” de kortlopende lening geld op, in plaats van dat het geld kost.

Door verschuiving van de investeringen in de tijd wijzigen ook de afschrijvingen. Dit levert over de periode 2019-2023 incidenteel voordeel op. Over de total periode 2019 – 2033 stijgen de totale kapitaallasten (rente + afschrijvingen) met € 14,1 mln ten opzichte van de Begroting 2019. De stijging is een gevolg van de voorstellen zoals die zijn opgenomen in het Kaderbesluit Infra 2020. Zie voor meer informatie de Kadernota 2020-2023.

Toelichting C: Voorjaarsnota, exogene ontwikkelingen
C1 en C2: Risicoreservering en rente Warmteparticipatiefonds (WPF)
In januari 2019 heeft PS het besluit genomen om de risicoreservering Houdstermaatschappij Zuid-Holland B.V. op te hogen met € 12,1 mln. Tevens wordt de risicoreservering opgehoogd met het bedrag aan rente voor de jaren 2019 t/m 2021 (€ 1,8 mln).

C3 Verwerking besluit Renovatie gebouw C
In het najaar 2018 heeft Provinciale Staten het besluit genomen om het gebouw C te renoveren (€ 48,6 mln). In dit besluit is aangegeven dat de financiële gevolgen in het eerstvolgend Planning & Control product wordt verwerkt.

C4 Bijdrage exploitatieprojecten
Als gevolg van de vrijval reserve kapitaallasten worden bijdragen van en naar de exploitatie voortaan via de financiële ruimte geboekt ter dekking van toekomstige kapitaallasten.

C5 Overprogrammeringmobiliteit 2018
Het tekort in het resultaat 2018 binnen het gesloten systeem Mobiliteit van € 2 mln wordt bij de Voorjaarsnota 2019 vanuit de reserve Bereikbaarheid in de financiële ruimte gestort.

C6 Representatief personenvervoer
Dit betreft de hybride invulling van het representatief personenvervoer vanaf medio 2019. De hybride invulling is een gewogen geheel van eigen personeel en een flexibele schil ten behoeve van de kwaliteit van dienstverlening en kosten. Na de vaststelling van het nieuwe college zal worden bekeken of deze indeling voldoende kwaliteit biedt voor de GS-leden. Indien dit niet het geval is, zal er een wijziging bij de najaarsnota worden doorgevoerd.

C7 Prinsjesfestival
De provincie Zuid-Holland is strategisch partner van het Prinsjesfestival 2019. Het festival is een initiatief van de Stichting Prinsjesfestival. De strategische partner legt diverse accenten op het festivalprogramma. Zij doet dit op basis van de strategische agenda voor de provincie en met een scala aan presentaties en ontmoetingen.
Daarnaast organiseert de deelnemende provincie zelf een aantal activiteiten. Bij een aantal vaste activiteiten van het Prinsjesfestival is een rol weggelegd voor GS en hebben we invloed op de invulling van het programma. Voor deze activiteiten van Prinsjesfestival wordt bij de voorjaarsnota een bijdrage van € 0,3 mln geclaimd. Dit is reeds gemeld bij de Begroting 2019.

C8 Beleidsondersteuning 75 jaar vrijheid
Voor het Project 75 jaar Vrijheid vragen we € 0,4 mln aan. Zo kunnen we een goede invulling geven aan het gastheerschap van de nationale 5 mei viering in 2020.

C9Toekomstagenda
Ten behoeve van de Toekomstagenda is per abuis op twee verschillende plaatsen budget opgevoerd. Bij de voorjaarsnota wordt deze fout gecorrigeerd en het budget aangesloten met de geplande kosten. Het resterende deel van € 0,3 mln valt vrij ten gunste van de financiële ruimte.

C10 Digitalisering vergunningen
Naar aanleiding van motie 813 (versterking uitvoering vergunningverlening) is op 14 november 2018 amendement 649 (digitaliseren van vergunningen) aangenomen. In de Begroting 2019 is € 2,5 mln reeds vastgelegd voor het Programma Altijd Actuele Digitale Vergunning (VV2.0), met de afspraak het overige meerjarige budget van € 3,5 mln bij de Voorjaarsnota 2019 te verwerken. Dit beschikbare budget wordt verdeeld over de gehele looptijd (2019 t/m 2022).

C11 TNO Open Innovatie Centrum Well Technology en Warmte
ln november 2018 is de provincie samen met Energie Beheer Nederland, gemeente Rijswijk en TNO met Shell overeengekomen om een innovatiecentrum well technology en warmte te starten in Kessler Park. Omdat Shell Kessler Park gaat verlaten, ontstond de mogelijkheid dit centrum in Rijswijk te stichten en enkele installaties, inclusief een unieke boortoren, en laboratoriumfaciliteiten van Shell over te nemen. Daarom kan deze locatie uitstekend fungeren als basis voor een innovatiecentrum voor onderzoek naar aardwarmte. PS heeft besloten om een subsidie van € 0,1 mln aan TNO te verstrekken, die bijdraagt aan de opstart van het centrum. Deze mutatie wordt bij de Voorjaarsnota 2019 verwerkt.

C12 Kosten IPO
Het IPO budget is in 2019 ontoereikend. Voorheen deden we een bijdrage aan de organisatie en bedrijfsvoeringsuitgaven (secretariaatskosten). In 2018 zijn er een aantal extra posten opgenomen in de Begroting voor 2019 en volgende jaren. Deze zijn onder andere kennishub en IBP algemeen. De definitieve vaststelling van de IPO-begroting 2019 heeft in december 2018 plaatsgevonden. Bij de Voorjaarsnota 2019 wordt € 108.000 geclaimd. De structurele verhoging zal bij de Begroting 2020 worden meegenomen.

C13 Advieskosten warmteleiding over oost
Ten bate van de warmteleiding over oost (LoO) wordt in de loop van 2019 besluitvorming over een Final Investment Decission (FID) en aanbesteding verwacht. Na het FID start de uitvoering van de werkzaamheden voor de Leiding over Oost. In 2018 hebben de voorbereidingen voor deze aanbesteding plaatsgevonden en daarbij is uitgebreid extern advies ingewonnen ten aanzien van de juridische en financiële aspecten. Ook in 2019 is extern advies noodzakelijk. Deze expertise is niet in huis beschikbaar maar wel nodig voor de besluitvorming ten aanzien van de FID in 2019. Ten behoeve van de voortzetting van de advisering zijn er ook in 2019 reeds kosten gemaakt. Aanvullend budget is derhalve noodzakelijk.

C14 Baten provinciale recreatiegebieden
Voorheen waren dit de pachtopbrengsten uit de provinciale recreatiegebieden, nu de PZH deze PRG’s de laatste jaren aan het overdragen is, wordt deze baat niet meer gerealiseerd en ten laste gebracht van de financiële ruimte.

C15 Vernieuwing IT-dienstverlening   
De recente ontwikkelingen op IT-gebied (vernieuwen datawarehouse, datagedreven werken, business intelligence) zorgen voor noodzakelijke vernieuwing van de IT-dienstverlening. Dit om de organisatie voor haar opgaven in de mogelijkheden/dashboards te faciliteren. Deels betreft dit het inhuren van specifieke expertise (€1 mln) en deels materiële kosten (€ 0,8 mln voor informatiebeveiliging).

C16: Beheer restgronden
De provincie heeft onroerend goed in beheer dat geen doel meer heeft voor de beleids- en bedrijfsvoering en wordt zo goed mogelijk verkocht dan wel verhuurd. Voor de onvermijdelijke kosten voor het beheer van deze restgronden is geen rekening gehouden in de begroting. De kosten bedragen gemiddeld € 0,5 mln per jaar.

C17 Verbinding A13-A16-N209
Met het Kaderbesluit infrastructuur 2017 is besloten middelen beschikbaar te stellen voor de financiële uitwerking van de overeenkomst verbinding A13/A16-N209 met het Rijk en de gemeente Rotterdam. Bij de verwerking van dit besluit in de Voorjaarsnota 2017 is het budget voor 2019 opgenomen en is dekking voor de uitgaven gevonden in de reserve Afschrijvingslasten. De feitelijke lasten zijn echter gespreid over de periode 2019 t/m 2023.
Met ingang van de Begroting 2019 is de reserve Afschrijvingslasten opgeheven en is het saldo toegevoegd aan de algemene middelen. Om die reden wordt de herverdeling van het budget verwerkt over de financiële ruimte.

Toelichting D: Kadernota 2020-2023

D1 Prijscompensatie
Naar aanleiding van de notitie structurele en incidentele baten en lasten van de commissie BBV is getoetst of de kwalificatie van budgetten als structureel of incidenteel juist was. Uit het onderzoek bleken een aantal budgetten onterecht als structureel of incidenteel te zijn gekwalificeerd. Met deze mutatie worden deze budgetten goed gezet en wordt de stelpost prijscompensatie bijgesteld.

D2 Reserve begrotingssaldo 24/30
Deze reserve is onstaan in de Kadernota 2017-2020 vanwege een tekort op het begrotingssaldo in 2024 tot en met 2030. In de grafiek begrotingssaldo op pagina 18 is te zien dat het begrotingssaldo voor de begroting 2019 inclusief amendementen sterke pieken en dalen heeft. Met name in 2030. Het totaal van de reserve Reserve begrotingssaldo 24/30 (69,4 mln) is niet veranderd, wel is het door de jaren heen anders ingezet. Hierdoor heeft het begrotingssaldo van de voorjaarsnota / kadernota geen sterke pieken en dalen meer.

D3 Vrijval reserve kapitaallasten bedrijfsvoering
In lijn met de begroting 2019, waar de egalisatiereserve afschrijvingslasten is opgeheven, wordt nu ook de egalisatiereserve kapitaallasten Bedrijfsvoering opgeheven. Dit betekent dat alle kapitaallasten nu via het begrotingsaldo en algemene reserve lopen.

D4 Subsidie Equestrum 2021
Conform het PS besluit bij NJN 2018 is er in totaal € 0,3 mln beschikbaar gesteld voor Equestrum. De eerste € 0,2 mln is in de begroting 2019 opgenomen, deze mutatie betreft het laaste deel.

D5 Subsidie Eurovisie Songfestival 2020
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2019 /Kadernota 2020-2023 is amendement 660 aangenomen. De gemeente Rotterdam kan maximaal € 1 mln subsidie ontvangen als het Eurovisie Songfestival naar Rotterdam komt.

D6 Oplossen knelpunten openbaar vervoer
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2019 /Kadernota 2020-2023 is amendement 661 aangenomen. In 2020 wordt € 0,5 mln ingezet om de knelpunten in het openbaar vervoer in 2020 op te kunnen lossen.